Tien jaar geleden gaven Afrikaanse landen nauwelijks obligatieleningen in dollars uit. Inmiddels gebeurt dat op grote schaal en ontdekt het continent de keerzijde van buitenlandse leningen.

Volgens weekblad The Economist hebben de Afrikaanse landen buiten Zuid-Afrika in 2015 voor 6,75 miljard aan dollar-schuldpapieren uitgegeven. Dat is net iets minder dan het record van 7 miljard dollar in 2014.

Maar door devaluerende valuta, lage prijzen van grondstoffen en een stijging van rentetarieven verliezen deze dollarleningen hun glans.

Obligatie bonanza

De Afrikaanse obligatie-‘bonanza’, het Spaanse woord voor goudmijn, werd door zowel buitenlandse investeerders als Afrikaanse overheden omarmd. Doordat staatsobligaties in eigen land weinig tot geen rendement meer opleverden, gingen pensioenfondsen van rijke landen in Afrika op zoek naar hogere rendementen.

De Afrikaanse regeringen wisten op hun beurt de hoge rentes te ontlopen door de obligaties in dollars aan te bieden. Kortom, iedereen blij.

De introductie van een dollar-obligatie van Ghana enkele jaren geleden werd vier keer overtekend. Zambia deed het nog beter. De tienjarige obligatielening van Zambia die werd uitgegeven in 2012, werd 24 keer overtekend en werd verkocht tegen een rendement van 5,6 procent. Dat was op dat moment lager dan het rendement op een tienjarige Spaanse staatsobligatie.

Groeivertraging

De Afrikaanse regeringen waren mede dankzij de kwijtschelding van oudere buitenlandse schulden in staat om nieuwe obligatieleningen uit te geven. De buitenlandse schuld van het continent werd door schuldkwijtschelding teruggebracht van het piekniveau van 76 procent van het bruto binnenlandse product (bbp) in 1994 tot 25 procent in 2008.

Afrika lijkt echter sinds een jaar een stuk minder kredietwaardig te zijn. De regionale groei vertraagde in 2015 tot 3,5 procent, mede doordat grondstofrijke Afrikaanse landen last kregen van de groeivertraging in China.

Goedkopere grondstoffen hebben de overheidsinkomsten hard geraakt. Daarnaast worden de overheden door het vooruitzicht van verdere renteverhogingen in de Verenigde Staten gedwongen een hogere premie te betalen om investeerders aan te trekken.

Ghana verkocht in oktober 2015 een vijftienjarige dollarlening tegen een rendement van 10,75 procent. Zambia, Angola en Kameroen moesten rendementen bieden van meer dan 9 procent op nieuwe uitgiften. Volgens Tidjane Thiam, oud-minister van Ivoorkust en nu de baas van de Zwitserse bank Credit Suisse, is het dan ook "waanzin" om obligaties in dollars te blijven uitgeven.

Zwakke valuta

Vooral de landen met valuta die zijn verzwakt ten opzicht van de dollar, voelen de pijn. De Zambiaanse kwacha verloor vorig jaar 42 procent van zijn waarde ten opzichte van de dollar, waardoor de kosten van de buitenlandse schuld van het land bijna verdubbelden. Zambia lijkt dan ook in navolging van Ghana bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan te gaan kloppen voor hulp.

De problemen zijn daarentegen niet universeel. Sommige Afrikaanse landen, zoals Ethiopië, blijven sterk groeien. Ook biedt de structuur van de obligatie-aflossingen enige speelruimte. De gemiddelde looptijd van de leningen is elf jaar. Veel landen hoeven zich dus voorlopig alleen druk te maken over de rentebetalingen en die liggen vast.

Volgens Amadou Sy, lid van de denktank Brookings Institution, zal er dan ook niet meteen een enorme Afrikaanse schuldencrisis uitbreken. "Maar het is nu wel tijd voor de overheden om hun zaakjes op orde te krijgen", zegt hij tegen The Economist.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl